top of page

Ons Verhaal

Ons Bestaan

De StadsImkerij is een initiatief van Abderrahim Bouna, de Stadsimker van Rotterdam. Abderrahim Bouna concludeerde dat stadsbewoners een afstand met de natuur ervaren. Als je "iets" van de natuur wilt "proeven" moest je de stad uit. Al helemaal als het om een imkerij gaat. 

 

Reden genoeg dus om een imkerij op te zetten in de stand in plaats van er buiten. En zo gebeurde het dat de Stadsimker op verschillende plekken in en om de stad bijenkasten plaatst en verzorgt,

 

Op educatieve tuinen, volkstuinen, bij particulieren in de achtertuin, op braakliggende terreinen, guerrilla-achtig op verlate plaatsen, maar ook bij voedselproducenten in de buurt van Rotterdam.

 

De StadsImkerij is dus in alle windhoeken van de stad te vinden en breid steeds meer uit..


Dit kost tijd en levert veel werk om te onderhouden, om er voor te zorgen dat het de bijen aan niets mankeert om te doen waar ze goed in zijn; honing maken.

 

Dit werk wordt voornamelijk gedaan door de stadsimker zelf. Soms met hulp van vrijwilligers, vrienden en dagbesteders. Bij dagbesteders moet je denken aan zorgcliënten van een zorginstelling, vroegtijdige schoolverlaters of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het blijft echter hulp, dus mocht je interesse hebben om een keertje mee te helpen, neem dan contact met ons op via ons emailadres (info@stadsimkerij.nl).

De Stadsimker aan het woord

Imker worden is een gunst.             
Imker zijn is een kunst.

 

Bijenhouden is geen absolute wetenschap. Dat wil dus zeggen dat de uitkomst elk jaar anders kan uitpakken. Bijen zijn hele harde werkers, maar ook eigenzinnig. Je moet ze begrijpen en meegaan in hun aard om succesvol bijen te kunnen houden. En met succesvol bedoel ik niet tonnen aan honingoogst aan het einde van het seizoen. Die honingoogst is bijzaak.

Met succesvol bijenhouden bedoel ik gezonde, grote vitale bijenvolken. Hoe meer je ze faciliteert, des te beter ze het hebben.. Bijen willen naar mijn mening bouwen en honing maken. Een goed huis, bloemen en vooral niet gestoord worden. Het lijken net mensen.

 

Ik werk dus vrij extensief met de bijenvolken om het storen te beperken tot een absoluut minimum. In de loop der jaren heb ik een eigen methode ontwikkeld op basis van ervaring, observatie, kennis en literatuur.  Deze methode is een beetje afgekeken van de reguliere wijze, van de biologische en biodynamische richtlijnen, een beetje van mijn eigen eigenwijsheid, maar vooral op basis van mijn gevoel.

 

Het (bij)voeren van bijenvolken is nagenoeg niet nodig in Rotterdam. Mocht dat wel nodig zijn, dan krijgt dat volk voor de rest van het jaar verlof en word er geen honing meer van geoogst. Zo houden we onze potjes honing zuiver.

 

Als je bijen goed behandeld, respecteert, alle ruimte biedt om zich te ontwikkelen in hun bewoning en er is genoeg voedsel te halen, dan stroomt de honing vanzelf wel binnen en is er ook voor de imker wat te oogsten. Dan is honing geen bijzaak meer maar word het een verdienste. De bijen belonen je dan voor de liefde die je ze hebt gegeven.

bottom of page